De meest bekende metalen zijn natuurlijk goud en zilver ofwel edelmetalen. Maar sieraden van puur goud of zilver zul je eigenlijk bijna nooit tegenkomen. Puur zilver en goud is namelijk zacht en buigzaam en daardoor niet sterk genoeg voor het maken van sieraden. Daarom worden ze voor het maken van sieraden altijd gemengd met een harder metaal.

Als voorbeeld nemen we 925 sterling silver. Dit is de hoogste kwaliteit zilver voor sieraden en bestaat voor 92.5% uit zilver en in de meeste gevallen voor 7.5% uit koper. Vaak zie je ook dat het nummer 925 ergens op het sieraad is gestempeld.
Bij goud spreken we ook wel van karaat. Hoe hoger de karaat hoe hoger het goud gehalte in het sieraad. In Nederland wordt vooral 14 karaat (58,5% zuiver goud, gestempeld met nummer 585) tot 18 karaat (75,0% zuiver goud, gestempeld met nummer 750) verkocht. In het Midden-Oosten en Azië wordt vaker goud van een hoger karaat verkocht. Dus gouden sieraden van 18, 20 en 22 karaat goud. Hoe hoger het karaat, hoe ‘dieper’ de goudkleur van een sieraad.
Het laagste karaat is 8 karaat goud. Dit kun je eigenlijk geen echt goud meer noemen en mag in Nederland ook bij wet niet als echt goud verkocht worden. In Duitsland zou je dit nog wel tegen kunnen komen.
Het voordeel van het dragen van edelmetalen is dat het zelden een allergie zal geven. Maar het grote nadeel is toch wel de hogere prijs en dan vooral de prijs van goud.